Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren.

De sociale zekerheid van zeevarenden organiseren

De sociale zekerheid van de zeevarenden wordt beheerd door de RSZ. De werking, het beheer en de actuele cijfers over de leden: hier leest u alles over deze specifieke regeling in 2022.

Werking van de sociale zekerheid van zeevarenden

Het socialezekerheidsstelsel van de zeevarenden wordt beheerd door de RSZ, op basis van een lijst genaamd 'Pool'. Zeevarenden die zich willen aansluiten schrijven zich daarop in.

Beheer van de regeling door de RSZ

De RSZ beheert de regeling van de sociale zekerheid van zeevarenden en neemt in het kader daarvan de volgende taken voor zijn rekening:

  • registratie en controle van de aangifte van de loon- en arbeidstijdgegevens en de verschuldigde sociale bijdragen (integratie in DIMONA en DmfA): uitgevoerd door de Algemene directie Identificatie en Controle van de Aangiften (AD III),
  • inning van de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen: uitgevoerd door de Algemene directie van de Inningsdiensten (AD II),
  • beheer van de Poollijst,
  • toekenning van de rechten op wachtgelden, en
  • toekenning van de rechten op een vergoeding wegens zeegewenning: uitgevoerd door de Algemene directie Sociale Maribel en Overzeese Sociale Zekerheid (AD VII).

De Poollijst: essentieel voor het beheer

De zeevarenden schrijven zich in op de 'Poollijst' om zich bij de Belgische sociale zekerheid van zeevarenden te kunnen aansluiten.

Inschrijven op de Poollijst is verplicht voor twee groepen:

  • zeevarenden die tewerkgesteld zijn onder de Belgische sociale zekerheid, en
  • werkloze zeelieden die ter beschikking staan van de Belgische maritieme sector.

Het beheerscomité zeevarenden binnen de RSZ staat in voor het beheer van de lijst. Het comité heeft beslissingsbevoegdheid over Poolzaken en een adviserende bevoegdheid over de sociale zekerheid van zeevarenden.

De sociale zekerheid van zeevarenden in 2022

Bekijk hier de belangrijkste cijfers van de sociale zekerheid van zeevarenden in 2022.

Stijging van het aantal ingeschreven zeevarenden in de Poollijst

Op 1 januari 2023 waren er 1.410 zeevarenden ingeschreven in de Pool van de zeevarenden. Het totale aantal ingeschrevenen in de Poollijst vertoont een stijging in vergelijking met het jaar voordien.

De stijging is het gevolg van twee factoren:

  • De omvlagging naar de Belgische vlag van een drijvende LNG terminal waardoor er reeds 25 extra scheepsgezellen ingeschreven werden
  • Daarnaast zijn er 16 Oekraïense zeevarenden, die door de oorlog in Oekraïne momenteel in België wonen, ingeschreven op de Poollijst van Belgische zeevarenden

Op 1 januari 2023 behoorden 57% van de zeelieden ingeschreven in de Pool tot de koopvaardijsector, 29% tot de baggersector, 7% tot de offshoresector en 6% tot de zeesleepvaartsector. Het aandeel van de zeelieden ingeschreven voor de baggersector stabiliseert zich. De shoregang is een uitgedoofde categorie en de B-Pool een uitdovende categorie.

De meerderheid van de ingeschreven zeelieden woont in België (52% op 1 januari 2023). De zeelieden die in het buitenland wonen, zijn behoudens drie uitzonderingen allemaal in een EER-lidstaat gevestigd.

Aantal ingeschreven zeevarenden naar geslacht

Het beroep van zeevarende onder de Belgische sociale zekerheid is van oudsher een mannelijk beroep. Het aantal vrouwen in zeevarende beroepen blijft zeer beperkt.

Aantal ingeschreven zeevarenden naar rang

De overgrote meerderheid van de ingeschreven zeelieden zijn officieren (89% van de ingeschrevenen op 1 januari 2023). Het aantal scheepsgezellen onder Belgische sociale zekerheid blijft beperkt tot 11%. Dit is een gevolg van loonkosten op een zeer concurrentiële wereldmarkt. Voor het eerst sinds 2018 is er wel een stijging van het aandeel scheepsgezellen t.o.v. officieren. Het aandeel van de scheepsgezellen was 7% op 1 januari 2021 terwijl het 11% was op 1 januari 2023. Dit is een gevolg van de Vlaamse steunmaatregelen voor bevoorradings-en ondersteuningsschepen die op 1 juli 2020 werden ingevoerd. Ze hebben een positief effect op de tewerkstelling van de zeevarenden onder de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden in de offshoresector. Anderzijds is de stijging van het aantal scheepsgezellen ook het gevolg van de omvlagging naar Belgische vlag van een drijvende LNG terminal.

De verhouding tussen het aantal officieren en het aantal scheepsgezellen varieert naar gelang de subsector. In de offshoresector is het aandeel van de scheepsgezellen merkbaar groter dan in de andere sectoren.

Daling van de wachtgelden voor zeevarenden

De uitbetaalde wachtgelden vertonen een constante daling door de huidige werking van het poolstelsel. Dat is in de praktijk geen werkelijke wervingsreserve meer, maar een lijst van zeevarenden onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden en het bestaan van een bij CAO vastgelegd dienstverband van onbepaalde duur.

De categorie shoregangers is uitgedoofd en de B-Pool is uitdovend. De grafiek toont de evolutie van de uitgaven wachtgelden en de uitbetaalde dagen wachtgelden die eenzelfde dalende lijn vertonen. Enkel de categorie zeevarenden is een ‘dynamische’ groep met beperkte in- en uitstroom van zeevarenden.

Zeegewenning: stijging van het aantal vaartdagen

De zeegewenning geeft studenten aan maritieme instituten de mogelijkheid om de vaarttijd te behalen die nodig is om na hun studies een zeevarend beroep uit te oefenen. Dat maakt van de zeegewenning een belangrijk instrument voor de doorstroming van de studenten naar zeevarende beroepen.

De zeegewenning kende in 2021 een sterke stijging (355 vaartdagen in 2020 en 892 vaartdagen in 2021) door een mindere impact van de coronacrisis in 2021. In 2022 is er na de coronacrisis toch een daling merkbaar van het aantal dagen zeegewenning t.o.v. 2021 (608 dagen in 2022).

Tijdelijke wachtgelden door coronacrisis

De coronacrisis heeft, zoals in de gewone werknemersregeling, nog een grote impact gehad op de tewerkstelling van zeevarenden. De maritieme sectoren ondervonden wereldwijd moeilijkheden om bemanningswissels door te voeren. Zonder deze bemanningswissels moeten sommige zeevarenden meer dagen presteren dan voorzien. Andere zeevarenden die hun bemanning aan boord niet kunnen vervangen moesten terugvallen op tijdelijke wachtgelden. Alhoewel de maritieme sectoren door het internationale karakter van de activiteiten ook na juni 2022 nog geïmpacteerd werden door de coronacrisis werden de tijdelijke wachtgelden stopgezet vanaf juli 2022.

Evolutie tijdelijke wachtgelden

Het totale aantal dagen tijdelijke wachtgelden in 2022 bedroeg 3.203 dagen. Dit stemt overeen met de werkelijke rechten op wachtgelden 2021 en kan verschillen met de uitbetaalde wachtgelden in die periode.

Bovenstaande grafiek toont de evolutie van de tijdelijke wachtgelden per maand sinds het begin van de coronacrisis. Tot en met mei 2020 kenden de tijdelijke wachtgelden een sterke stijging, waarna ze gedaald zijn tot een duizendtal dagen per maand vanaf september 2020 tot september 2021. Daarna is het aantal dagen verder gedaald tot ongeveer 200 dagen in juni 2022.

Het zijn vooral de subsectoren van de koopvaardij en de baggersector die een beroep doen op de tijdelijke wachtgelden (respectievelijk 44% en 41% van het totale aantal dagen), maar deze subsectoren zijn ook met voorsprong de grootste subsectoren inzake tewerkstelling onder de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden.

Terug naar boven