Ga onmiddellijk naar de inhoud

De instellingen van sociale zekerheid financieren

Financiering van de sociale zekerheid

Een van de centrale taken van de RSZ is de dagelijkse financiering van instellingen en fondsen van de sociale zekerheid.

Financiering binnen het Globaal Financieel Beheer

Een belangrijk deel van die financiering verloopt via het systeem van Globaal Financieel Beheer (GFB).

Globaal Financieel Beheer houdt in dat de RSZ de geldmiddelen voor de sociale zekerheid van werknemers (bijdragen, rijkstoelagen, alternatieve financiering) globaliseert en verdeelt onder de rechthebbende sectoren. De verdeling gebeurt volgens de kasbehoeften van de sectoren.

Het Globaal Financieel Beheer bestaat sinds 1995. Daarvoor kreeg iedere instelling de opbrengst van de sectorale bijdragevoeten.

Welke instellingen?

De volgende tabel toont welke instellingen of stelsels hun middelen krijgen via het Globaal Financieel Beheer, en waarvoor zij die middelen aanwenden.

Welke instellingen en stelsels
Instelling/stelsel Voorwerp van de financiering
RIZIV
  • geneeskundige verzorging
  • uitkeringen
  • invaliditeitsuitkeringen voor mijnwerkers
  • Interdepartementaal begrotingsfonds (IBF)
RVA
  • werkloosheid
  • werkloosheidsuitkering met anciënniteitstoeslag
  • loopbaanonderbreking
  • tijdskredieten
  • tewerkstellingscellen - outplacement
  • burn-out project
FPD
  • rust- en overlevingspensioenen
  • overblijfselen van het kapitalisatiestelsel (sinds 2008; uitdovend)
RJV

bijkomende financiering

Fedris - AO

arbeidsongevallen (uitgezonderd het kapitalisatiestelsel)

Fedris - BZ

beroepsziekten (uitgezonderd de sector van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsbesturen)

Stelsel van de zeelieden
  • geneeskundige verzorging
  • uitkeringen voor ziekte en invaliditeit
  • werkloosheid

Als gevolg van de zesde staatshervorming wordt de gezinsbijslag sinds 2015 niet meer gefinancierd door het Globaal Beheer.

Daarnaast financiert de RSZ ook nog een aantal specifieke uitgaven op basis van wettelijke bepalingen (bijvoorbeeld: de sociale Maribelfondsen).

Beheerscomité van de Sociale Zekerheid

Globaal Financieel Beheer is meer dan het verstrekken van de nodige financiën. Het is ook: beheren, adviseren, opvolgen en evalueren.

Deze opdrachten voert de RSZ uit onder het gezag van het Beheerscomité van de Sociale Zekerheid (BCSZ). Het BCSZ moet jaarlijks verslag uitbrengen aan de federale regering over het Globaal Financieel Beheer:

  • Hoe ontwikkelen de ontvangsten en uitgaven zich?
  • Wat zijn de prioritaire beleidslijnen?
  • Hoe kan een duurzaam financieel evenwicht van het stelsel worden verzekerd?

Deze informatie ondersteunt de regering zowel bij de opmaak en controle van de begroting als bij het uitwerken van een meerjarenperspectief.

De RSZ bezorgt het BCSZ ramingen van de ontvangsten: de betrokken instellingen van de sociale zekerheid zorgen voor ramingen van de uitgaven. Deze gegevens worden geconsolideerd bij het RSZ-Globaal Beheer.

Leningen

Met toestemming van de minister van Financiën en de voogdijminister kan het RSZ-Globaal Beheer leningen afsluiten om de financiering van alle takken te waarborgen.

Financiering buiten het Globaal Financieel Beheer

Een 180-tal instellingen en fondsen worden buiten het Globaal Beheer gefinancierd. Ze hebben recht op een deel van de opbrengst van de sociale bijdragen. Meestal wordt dat aandeel berekend op basis van een bijdragevoet op de aangegeven loonmassa. Onder meer de financiering van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) wordt op deze manier berekend.

Inkomsten

Overzicht cijfers

In 2023 waren de financiële middelen waarover het Globaal Beheer van de RSZ beschikte om zijn financiële opdracht uit te voeren voor 68% afkomstig van zelf geïnde bijdragen, 32% bestond uit transferten, voornamelijk afkomstig van de federale overheid.

Door de uitzonderlijk hoge inflatie was er in 2023 een stijging van de globale bijdragen voor de sociale zekerheid met 7,57 % ten opzichte van 2022.

Wat de specifieke bijdragen betreft was er in 2023 een stijging van het totale bedrag met 11,43% ten opzichte van 2022. Onder meer de bijdragen op aanvullende pensioenen, de solidariteitsbijdragen jobstudenten en bedrijfsvoertuigen én de bijdrage economische werkloosheid (niet-bouw) kenden een sterke stijging. Door het invoeren van de koopkrachtpremie was er in 2023 een eenmalige inkomst van 63 miljoen euro. De bijdragen werkloosheid met bedrijfstoeslag vertonen een structurele dalende tendens en de bijdrage op de niet-recurrente voordelen kende in 2023 uitzonderlijk een lichte daling.

Inkomsten van de sociale zekerheid: overzicht (in miljoenen euro)
2021 2022 2023
Binnen globaal beheer 79.271 83.677 91.535
Buiten globaal beheer 11.815 12.861 14.551
Totaal 91.086 96.539 106.086

Evolutie binnen het Globaal Financieel Beheer

Een deel van de instellingen vallen onder het Globaal Financieel Beheer en ontvangen hun middelen volgens hun behoeften. De inkomsten hiervan zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Inkomsten binnen het globaal beheer: details (in miljoenen euro)
2021 2022 2023
1. Bijdragen voor de sociale zekerheid 48.810 54.061 58.153
2. Specifieke bijdragen 3.385 3.522 3.925
- 13.07% op het dubbel vakantiegeld 733 785 862
- Bijdrage voor aanvullend pensioen 406 453 516
- Bijdragen werkloosheid met bedrijfstoeslag 148 127 102
- Bijdrage tijdelijke werkloosheid en de anciënniteitstoeslagrtiel 107 117 128
- Solidariteitsbijdrage op het gebruik van een bedrijfsvoertuig 264 279 318
- Solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten 122 142 163
- Solidariteitsbijdrage op winstdeelname 19 26 26
- Bijdrage niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen 348 414 406
- Solidariteitsbijdrage op verkeersboetes 0 0 0
- Solidariteitsbijdrage op ontbrekende Dimona 3 4 5
- Risicogroepen en Inschakelingsparcours jongeren 8 9 9
- Bijzondere economische werkloosheid - niet bouw 1 0 10
- Activeringsbijdrage 8 10 11
- Mobiliteitsvergoeding 0 0 0
- Mobiliteitsbudget 3 4 7
- Solidariteitsbijdrage op zeegewenningsreisvergoeding 0 0 0
- Bijdrage erkende beroepsjournalisten 4 5 5
- Bijzondere bijdrage Coronapremie 73 6 63
- Bijdrage verenigingswerk 1 0 0
- Bijzondere bijdrage voor Sociale Zekerheid 1.137 1.141 1.230
- Koopkrachtpremie 0 0 63
- Responsabiliseringsbijdrage dagcontracten interim 0 0 1
3. Transferten 27.076 27.047 29.457
- OISZ 641 674 727
- Alternatieve financiering 16.821 17.266 19.362
- Rijkstoelagen 7.936 7.951 8.361
- Tussenkomsten doelgroepenverminderingen 1.292 806 708
- Schatkist - Bijzondere bijdrage voor Sociale Zekerheid 248 209 140
- Schatkist - Bedrijfsvoorheffing Sociale Maribel 133 136 155
- Diverse andere overdrachten 5 5 5
Totaal 79.271 84.629 91.535

De belangrijkste financieringsbronnen zijn de gewone werknemers- en werkgeversbijdragen (63,5% in 2023), gevolgd door de alternatieve financiering (21,1 % in 2023) en de rijkstoelagen (9,1 % in 2023).

In 2017 is de financiering van de sociale zekerheid hervormd. De nieuwe regels zijn vastgesteld in de wet van 18 april 2017. Het Globaal Beheer van de RSZ krijgt sindsdien een jaarlijkse basisdotatie die wordt aangevuld met een evenwichtsdotatie. In 2023 bedroeg het voorlopige bedrag van de evenwichtsdotatie betreffende het jaar 2023 (zoals opgenomen in deze tabellen en aangerekend op het boekjaar 2023) 5,7 miljard euro. In 2022 bedroeg het voorlopige bedrag van de evenwichtsdotatie betreffende het jaar 2022 (zoals opgenomen in deze tabellen en aangerekend op het boekjaar 2022) 5,4 miljard euro. In mei 2024 werd het bedrag van de evenwichtsdotatie voor het jaar 2023 definitief vastgelegd op 5,4 miljard euro. In juli 2023 werd het bedrag van de evenwichtsdotatie voor het jaar 2022 definitief vastgelegd op 4,4 miljard euro. Voor de alternatieve financiering was er in 2023 een toename met 12,1% in vergelijking met 2022.

De tegemoetkoming van de gemeenschappen en gewesten voor de geregionaliseerde doelgroepverminderingen daalt in 2023 met 12,2 % ten opzichte van 2022 (hoofdzakelijk door de afbouw van de doelgroepvermindering voor oudere werknemers in het Vlaams gewest).

Het saldo van de Schatkist voor de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid daalt eveneens in 2023 ten opzichte van 2022 omwille van de impact van de mini-tax shift.

Evolutie buiten Globaal Financieel Beheer

Instellingen en fondsen die niet onder het Globaal Financieel Beheer vallen, ontvangen hun financiële middelen op basis van de opbrengst van hun bijdragevoet. In de onderstaande tabel zijn de inkomsten van dit stelsel weergegeven.

Inkomsten buiten globaal beheer: details (in miljoenen euro)
2021 2022 2023
Bijdrage voor de jaarlijkse vakantie van de arbeiders 4.388 4.896 5.346
Bijdrage voor de compensatiekas verlof Zeevarenden 0 0 2
Bijdragen voor het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen 322 249 276
Bijdrage voor het Fedris - Asbestfonds 8 12 13
Bijdrage voor de Fedris - premies arbeidsongevallen zeevarenden (verplicht) 1 1 1
Bijdrage voor de Fedris - beroepsziekten (publieke sector) 23 23 25
Bijdragen voor de Federale Pensioendienst (= FPD) 2.321 2.501 2.707
Bijdragen voor de Fondsen voor bestaanszekerheid 1.829 2.053 2.181
Bijdragen voor de sectorale pensioenfondsen 317 330 444
Bijdragen voor de FPD - gesolidariseerd pensioenfonds (publieke sector) 2.579 2.769 3.496
Bijdragen sociale diensten (publieke sector: GSD, GSDV en GSDP) 10 11 12
Bijdrage syndicale premies (publieke sector: vakbonden) 17 16 16
Andere 0 0 31
Totaal 11.815 12.861 14.551

De stijging in de bijdragen voor buiten het Globaal Financieel Beheer is te wijten aan 3 elementen: de uitzonderlijk hoge inflatie in 2023, 2 nieuwe dienstverleners voor de 2e pijler lokale besturen (+ 94 miljoen euro) en een forse stijging van de responsabiliseringsbijdrage binnen het gesolidariseerd pensioenfonds (+ 553 miljoen euro).

Voor de trimestriële plus jaarlijkse bijdrage RJV was dit een stijging van +9,2 % ten opzichte van het jaar 2022, voor de bijdragen voor de Fondsen voor Bestaanszekerheid een toename van 6,2 % en ook de bijdragen voor het Gesolidariseerd pensioenfonds stegen met 39,7 % door de forse toename van de responsabiliseringsbijdrage.

Voor de bijdragen voor het Fonds voor Sluiting Ondernemingen was er een positieve evolutie van 11,2 % in 2023.

Voor de bijdragen van de lokale besturen met een gemeenschappelijke bestemmeling (bijvoorbeeld bijdragen PDOS voor FPD, sectorale pensioenfondsen en bijdrage asbestfonds voor FEDRIS) werden de bedragen RSZ en lokale besturen vanaf 2020, net zoals in de tabel ‘Evolutie binnen het globaal financieel beheer’ geconsolideerd.

Voor de specifieke bestemmelingen en/of bijdragen van lokale besturen werd een aparte lijn voorzien (bijvoorbeeld bijdragen gesolidariseerd pensioenfonds voor FPD, sociale diensten en syndicale premies).

Inkomsten stelsels Overzeese Sociale Zekerheid en Sociale Maribel – publieke sector

De RSZ is ook bevoegd voor de werking van de Overzeese Sociale Zekerheid en de sociale Maribel – publieke sector.

De Overzeese Sociale Zekerheid ontvangt een rijkstegemoetkoming alsook bijdragen van de vrijwillig aangesloten werknemers en/of werkgevers.

De Sociale Maribel financiert zijn werking met verschillende subsidies.

Inkomsten OSZ + SM publieke sector: details (in miljoenen euro)
2021 2022 2023*
1. Overzeese sociale zekerheid 325 336 344
- Bijdragen 65 65 73
- Rijkstegemoetkoming 255 267 267
- Overige 4 4 5
2. Sociale Maribel - Publieke sector 517 572 533
- Sectoriaal fonds (bijzondere toewijzing globaal beheer) 445 443 445
- RIZIV (sociale akkoorden, IFIC) 47 105 42
- FOD Volksgezondheid (zorgpersoneelfonds, solidariteitspremie, consumptiecheques) 11 11 10
- Overige (oa sociale akkoorden vlaanderen, generatiepact...) 14 13 36
Totaal 842 908 877

(*) voorlopige realisaties

In deze tabel zijn de details zichtbaar van deze 2 specifieke stelsels:

  1. Overzeese Sociale Zekerheid

    21,1% van de inkomsten wordt gewaarborgd door bijdragen geïnd via de vrijwillig aangesloten werknemers en/of werkgevers. De rijkstegemoetkoming vertegenwoordigt echter 77,6 % van de inkomsten.

  2. Sociale Maribel - publieke sector

    Het sectoraal fonds omvat 83,5 % van de inkomsten, de overige inkomsten hebben in hoofdzaak betrekking op de sociale akkoorden (RIZIV en Vlaams gewest), IFIC (RIZIV) en het zorgpersoneelfonds (FOD Volksgezondheid).

Voor het stelsel van de overzeese sociale zekerheid is er een stijging van 2,4 % van de OSZ-inkomsten ten opzichte van 2022 (+ 7,9 miljoen euro). Deze stijging is te wijten aan een verhoging van onder andere een uitzonderlijke inning aan bijdragen op een eenmalige bonus van ongeveer 5 miljoen euro bij 1 werkgever.

De inkomsten van het stelsel Sociale Maribel – publieke sector vertonen een daling van 6,8 % (- 38,8 miljoen euro). Die is hoofdzakelijk te wijten aan een daling van de RIZIV-inkomsten, meer bepaald de IFIC (Instituut voor functieclassificatie)-stortingen (- 63,2 miljoen euro). IFIC is het referentiemodel gekozen door de overheden en de sociale partners om het verloningsmodel in de publieke zorgsector te moderniseren en te harmoniseren. Deze transitie bracht een eenmalige kost met zich mee in 2022.

Globaal gezien dalen de inkomsten buiten globaal beheer voor deze 2 specifieke stelsels, OSZ en Sociale Maribel publieke sector, met 3,4 %. Dat is een daling van ongeveer 30,9 miljoen euro ten opzichte van 2022.

Uitgaven

De RSZ heeft ook als taak de opbrengst van de geïnde bijdragen te verdelen over de instellingen en fondsen van de sociale zekerheid.

Een deel van de instellingen valt onder het stelsel van het Globaal Financieel Beheer en ontvangt zijn middelen volgens zijn behoeften. Instellingen en fondsen die niet onder het Globaal Financieel Beheer vallen, ontvangen hun financiële middelen op basis van de opbrengst van hun bijdragevoet.

Overzicht cijfers

De volgende tabel geeft een overzicht van de uitgaven van de voorbije jaren.

Financiering totaal (in miljoenen euro)
2021 2022 2023
Te financieren behoeften - Globaal Beheer 75.588 79.952 87.948
Bijzondere toewijzingen - RSZ-Globaal Beheer 2.166 2.143 2.143
Buiten het globaal beheer 11.746 12.573 14.399
Totaal 89.500 94.669 104.490

In 2023 ging 86,2 % van de opbrengsten naar de financiering van het Globaal Financieel Beheer en 13,8 % naar de financiering van instellingen en fondsen buiten het Globaal Financieel Beheer.

Evolutie binnen het Globaal Financieel Beheer

Het RSZ-Globaal Beheer financierde in 2023 de takken van het Globaal Financieel Beheer voor een totaalbedrag van 88,0 miljard euro. Dit is een stijging met in totaal 10,0 % ten opzichte van 2022 hoofdzakelijk ten gevolge van de impact van de indexering van de sociale prestaties en de volume-effecten.

Te financieren behoeften: details (in miljoenen euro)
2021 2022 2023
Federale Pensioendienst 30.482 34.024 37.610
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering 36.191 38.660 43.206
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening 8.364 6.688 6.530
FEDRIS - Beroepsziekten 248 257 259
FEDRIS - Arbeidsongevallen 296 315 333
Andere (stelsel van de zeelieden, mijnwerkers) 7 8 9
Totaal 75.588 79.952 87.948

De te financieren behoeften van de RVA dalen in 2023 lichtjes met 2,4 % ten opzichte van 2022 door het wegvallen van de impact van de uitzonderlijke corona-maatregelen in 2022. Alle andere behoeften zijn gestegen met de hoogste stijgingspercentages voor de FPD en het RIZIV.

De volgende figuur geeft een overzicht van het aandeel van de takken van de sociale zekerheid in de financiering van het Globaal Financieel Beheer van 2021-2023.

Financiering van de takken van het Globaal Beheer
Geneeskundige verzorging Pensioenen Werkloosheid Uitkeringen ZIV Andere*
2021 25.766 30.482 7.336 10.425 1.579
2022 27.144 34.024 5.761 11.515 1.507
2023 30.854 37.610 5.692 12.352 1.440

*De rubriek ‘Andere’ in de grafiek bevat: werkloosheid met bedrijfstoeslag, tijdskrediet en loopbaanonderbreking, Fedris-arbeidsongevallen, Fedris-beroepsziekten, invaliditeitspensioenen van mijnwerkers, ziekte-invaliditeit en werkloosheid van het stelsel van de zeelieden.

De volgende figuur geeft een overzicht van de verdeling in 2023.

Procentuele verdeling van de behoeften - 2023
  Percentage
Geneeskundige verzorging 35,1 %
Pensioenen 42,8 %
Uitkeringen ZIV 14,0 %
Werkloosheid 6,5 %
Andere* 1,6 %

De rubriek ‘Andere’ in de grafiek bevat: werkloosheid met bedrijfstoeslag, tijdskrediet en loopbaanonderbreking, Fedris-arbeidsongevallen, Fedris-beroepsziekten, invaliditeitspensioenen van mijnwerkers, ziekte-invaliditeit en werkloosheid van het stelsel van de zeelieden. Het gaat hier om voorlopige realisaties.

De sectoren Pensioenen (42,8 %) en Geneeskundige Verzorging (35,1%) vertegenwoordigen samen drie vierde van de gefinancierde behoeften van het Globaal Beheer. De tak ZIV-uitkeringen volgt met 14,0 % op de derde plaats.

Raadpleeg voor meer informatie over de evolutie van de sociale zekerheidsuitgaven de jaarverslagen van de betrokken instellingen.

Het Globaal Financieel Beheer is ook verantwoordelijk voor de uitkering van een aantal bijzondere toewijzingen. In onderstaande tabel worden deze opgesomd.

Uitgaven binnen globaal beheer: detail (in miljoenen euro)
  2021 2022 2023
Financiering sector Jaarlijkse Vakantie 140 154 171
Tewerkst. non-profit sector 31 3 17
Fondsen Sociale Maribel non-profit 779 789 812
Fondsen Sociale Maribel publieke sector 43 44 44
Bedrijfsvoorheffing Maribelfondsen 142 136 155
Fiscale maribel publieke sector 39 39 39
Fundamenteel onderzoek (Wetensch. Maribel) 39 40 44
Interdepartementale begrotingsfonds (RIZIV GV) 121 130 140
Fonds voor de vorming en de werkgelegenheid (risicogroepen) (RVA) 0 12 0
Premie covid-19 152 72 12
Forfaitaire boni kinderbijslag (FPD) 52 57 60
Sociale Maribel - Publieke sector 344 360 362
Loonmatiging (FPD) 126 129 153
Sociale toelage 1 - politie 159 179 189
Totaal bijzondere toewijzingen 2.166 2.143 2.199

De bijzondere toewijzingen zijn in 2023 met 2,6 procent gestegen ten opzicht van het jaar 2022. Dit onder andere door een stijging van de financiering van de sector Jaarlijkse Vakantie (nog corona-impact in 2022) alsook een stijging van de loonmatigingsbijdrage (FPD) wegens een gewijzigde methode van berekening. Voor wat betreft de toegekende premies covid-19 was er in 2023 nog een uitgave van 12,4 miljoen euro voor de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in het stelsel jaarlijkse vakantie bedienden.

Evolutie buiten het Globaal Financieel Beheer

In 2023 zijn de uitgaven buiten Globaal Financieel Beheer met 14,5 % gestegen ten opzichte van 2022.

Uitgaven buiten het globaal beheer: details (in miljoenen euro)
  2021 2022 2023
RJV (jaarlijkse vakantie van de arbeiders) 4.367 4.802 5.278
Compensatiekas verlof zeevarenden 0 0 2
Fonds voor sluiting van ondernemingen 313 252 271
FEDRIS - Asbestfonds 7 12 13
FEDRIS - premies arbeidsongevallen zeevarenden (verplicht) 1 1 1
Federale pensioendienst 2.302 2.454 2.687
Fondsen voor bestaanszekerheid 1.817 1.995 2.153
Sectorale pensioenfondsen 314 306 430
FPD - Gesolidariseerd pensioenfonds 2.574 2.704 3.497
FEDRIS - Beroepsziekten 23 2121 20
Sociale diensten (GSD. GSDV en politie) 10 9 11
Vakbonden - Syndicale premies 17 16 16
Andere 0 0 18
Totaal 11.746 12.573 14.399

Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de hogere uitgaven voor de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) (+ 9,9 % ten opzichte van 2022), de Fondsen voor bestaanszekerheid (+ 8,0 % ten opzichte van 2022) en de Federale Pensioendienst (+ 9,5 % ten opzichte van 2022) hoofdzakelijk onder invloed van de hoge inflatie.

Uitgaven stelsels Overzeese Sociale Zekerheid en Sociale Maribel – publieke sector

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgaven van twee specifieke stelsels buiten globaal beheer: Overzeese Sociale Zekerheid en Sociale Maribel - publieke sector

Uitgaven buiten globaal beheer: detail (in miljoenen euro)
2021 2022 2023*
1. Overzeese Sociale Zekerheid: 313 324 329
Geneeskundige verzorging 9 8 9
Pensioenen 286 297 304
Andere sociale prestaties 11 12 12
Overige uitgaven 7 7 4
2. Sociale Maribel Publieke sector: 502 447 483
Prestaties voor de Sociale Maribel Publieke sector 427 400 416
Project 600 22 24 15
Sociale akkoorden 20 10 50
Sociale akkoorden Ouderenzorg Vlaanderen 12 13 0
IFIC 20 0 2
Totaal 815 771 812

(*) voorlopige realisaties

  • Overzeese Sociale Zekerheid
    De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven voor sociale prestaties (o.a. pensioenen en geneeskundige verzorging) en diverse andere uitgaven.
    Voor het stelsel van de Overzeese Sociale Zekerheid noteren we een stijging van 1,7 % ten opzichte van het jaar 2022. Dit is het gevolg van een stijging van de uitgaven voor de tak pensioenen van 7,2 miljoen euro onder invloed van de aanhoudende inflatie. De uitgaven voor de andere rubrieken zijn stabiel gebleven.
  • Sociale Maribel - publieke sector
    De cijfers vertegenwoordigen de betalingen van de subsidies aan de rechthebbende werkgevers (o.a. Sociale Maribel, sociale akkoorden, project 600, zorgpersoneelfonds, IFIC).
    Voor het stelsel Sociale Maribel - publieke sector noteren we een stijging van de uitgaven met 5,3 %. Dit is in hoofdzaak te wijten aan toegekende eenmalige stortingen voor sociale akkoorden in 2022 die pas uitgegeven werden in 2023.

Thesauriebeheer

In 2023 registreerde de RSZ 74,75 miljard euro rechtstreeks uit ontvangsten van bijdragen (toeslagen en nalatigheidsintresten inbegrepen) tegenover 68,13 miljard euro in 2022. Dat is een stijging van 9,72%. In deze bedragen zijn de regimes van de werknemers in loondienst, de zeevarenden en de provinciale en lokale besturen opgenomen.

De groei van de inkomsten werd vooral beïnvloed door de explosie van de inflatie die in 2022 begon en het effect daarvan op de loonvorming en de daaruit voortvloeiende bijdragen. Door het vertragingseffect, dat zowel tot uiting komt in de indexering van de lonen als in het betalingstempo van de socialezekerheidsbijdragen, was de stijging in 2023 groter dan de economische trend. Eind 2023 was de economische trend bijna weer normaal.

Het Globaal Beheer van zijn kant registreerde 90,21 miljard euro aan ontvangsten ten opzichte van 90,02 miljard aan uitgaven. In 2022 bedroegen deze posten respectievelijk 80,95 en 82,12 miljard euro.

Al vele jaren garandeert de regering het evenwicht van het stelsel van het globaal beheer van de werknemers. Dit doet ze door middel van de afsluitingspost ‘evenwichtsdotatie’ die de socialezekerheidsrekeningen op nul brengt. De ‘vastgestelde rechten’-benadering van de overheid kan leiden tot verschillen in thesaurie, maar het eindresultaat is na verloop van tijd bijna hetzelfde. De voorzichtige overfinanciering van thesaurie tijdens de covid-19-periode heeft geleid tot een accumulatie van thesauri-overschotten in de periode 2020-2022 maar we zijn nu teruggekeerd naar een normaler ritme.

Twee belangrijke factoren zullen de staatsoverdrachten in 2023 doen toenemen:

  • de compensatie voor eenmalige bijdrageverminderingen over twee kwartalen, met een waarde van bijna 1 miljard euro, om de gevolgen van de energiecrisis te verzachten,
  • de begrotingsdoelstelling voor gezondheidszorg, met een groeinorm boven de inflatie, die wordt geneutraliseerd door aanvullende alternatieve financiering.

Wat de te financieren behoeften betreft, blijven de trends tussen de verschillende takken van het socialezekerheidsstelsel verschillend. De totale stijging bedroeg 7,96 miljard euro (+9,70%). De behoeften zijn die van het RIZIV gezondheidszorg stegen met 3,63 miljard euro (of 13,37%) naar 30,77 miljard; voor de RIZIV uitkeringen stegen de behoeften met 0,84 miljard euro (of 7,27%) naar 12,35 miljard. Die van de Federale Pensioendienst stegen met 3,58 miljard euro (of 10,52%) tot 37,60 miljard euro. Bij de RVA daalden de behoeften met 0,23 miljard euro (of -19,88 %) tot 6,46 miljard euro.

De indexering van de uitkeringen verklaart een groot deel van de algemene stijging van de financieringsvereisten. De daling bij de RVA is dan weer te wijten aan de stopzetting van de tijdelijke werkloosheidsregeling tijdens de coronaperiode en de economische verbetering in deze sector.

De in- en uitstromen gebeuren volgens een eigen termijnplanning, wat kasposities (mismatching) genereert.

Het thesauriebeheer bestaat erin om:

  • te anticiperen op dit thesaurieprofiel,
  • het best mogelijke rendement van de thesaurieoverschotten te behalen,
  • de tekorten tegen de laagste kostprijs te financieren.

Evolutie van de rekening RSZ-Globaal Beheer over drie jaar

Evolutie van de rekening RSZ – Globaal Beheer van 2021 tot 2023
Datum Bedrag
01/01/2021 896.626.653
01/02/2021 -190.772.962
01/03/2021 588.393.005
01/04/2021 -944.498.201
01/05/2021 -1.062.113.504
01/06/2021 -1.902.057.674
01/07/2021 -98.778.710
01/08/2021 922.596.214
01/09/2021 1.230.094.869
01/10/2021 209.479.292
01/11/2021 255.438.793
01/12/2021 935.706.834
31/12/2021 2.724.057.297
31/01/2022 2.456.009.456
28/02/2022 2.621.429.593
31/03/2022 2.223.817.168
30/04/2022 1.895.977.379
31/05/2022 2.104.726.189
30/06/2022 1.722.310.815
31/07/2022 1.803.498.061
31/08/2022 1.871.125.126
30/09/2022 -25.463.092
31/10/2022 -1.668.108.898
30/11/2022 -349.872.744
31/12/2022 1.557.090.671
31/01/2023 82.066.203
28/02/2023 1.641.445.902
31/03/2023 2.000.404.783
30/04/2023 1.557.384.063
31/05/2023 936.939.209
30/06/2023 1.281.174.253
31/07/2023 1.115.790.854
31/08/2023 920.637.142
30/09/2023 - 499.017.056
31/10/2023 - 987.953.251
30/11/2023 146.976.761
31/12/2023 1.683.225.378

Ondanks een zeer ongunstige algemene context had de covid-19-crisis, dankzij de aandacht voor de stabiliteit van het socialezekerheidsstelsel, eind 2021 een gecumuleerd kasresultaat van 2.724 miljoen euro opgeleverd. Omdat het corrigerende effect (ten opzichte van de hierboven vermelde evenwichtspositie) met enige vertraging plaatsvond, werd in 2022 een daling vastgesteld, zij het minder dan verwacht. Het kasresultaat bedroeg -1.167 miljoen euro, waardoor het saldo aan het einde van het jaar uitkwam op 1.557 miljoen euro. Dit is ruim boven de situatie van vóór covid-19. Het kalenderjaar 2023 was relatief neutraal in termen van kasmiddelen, met een resultaat van 126 miljoen euro, wat het eindsaldo op de Global Management-rekening op 1.683 miljoen euro bracht. Het profiel blijft dus gunstiger dan vóór de covid-19- en energiecrisis.

Dagelijkse evolutie van het kasprofiel in 2023

Dagelijkse evolutie van het kasprofiel in 2023
Datum Bedrag
01/01/2023 1.557.097.821
1.374.079.793
556.254.631
637.419.631
620.778.631
896.975.631
896.975.631
896.975.631
857.749.631
971.875.633
921.333.633
906.926.633
1.375.018.765
1.375.018.765
1.375.034.216
1.163.269.081
1.005.947.251
969.527.120
778.407.999
845.010.174
845.010.174
845.010.174
- 321.165.826
- 405.034.803
1.021.945.398
846.007.855
250.951.919
250.951.919
250.951.919
468.647.909
82.066.203
01/02/2023 492.118.325
- 71.756.837
- 110.623.627
- 110.623.627
- 110.623.627
382.291.838
303.332.838
236.840.838
270.904.838
1.173.680.707
1.173.680.707
1.173.680.707
2.749.332.707
1.578.467.707
1.767.320.703
2.760.054.874
4.513.237.874
4.513.237.874
4.513.237.874
3.293.220.874
2.974.736.874
2.896.059.186
2.641.142.186
2.518.311.115
2.518.311.115
2.518.311.115
2.486.919.115
1.641.445.902
01/03/2023 1.970.760.263
1.366.066.827
1.349.050.827
1.349.050.827
1.349.050.827
1.868.707.828
1.698.545.600
1.694.094.600
1.759.011.600
2.677.787.651
2.677.787.651
2.677.787.651
4.293.634.651
3.045.988.651
2.975.925.651
2.793.072.822
2.821.705.822
2.821.705.822
2.821.705.822
2.769.896.822
2.524.823.822
2.475.566.896
1.112.275.896
3.459.962.703
3.459.962.703
3.459.962.703
3.444.813.693
3.172.694.689
2.589.305.689
2.012.427.545
2.000.404.783
01/04/2023 2.000.411.933
2.000.411.933
1.951.623.336
1.381.088.368
1.331.381.368
1.379.676.368
1.379.676.368
1.379.676.368
1.379.676.368
1.379.676.368
1.302.243.816
1.419.020.816
1.530.264.816
1.982.620.816
1.982.620.816
1.982.620.816
1.760.185.373
1.519.894.425
1.563.355.425
50.099.802
- 20.295.140
- 20.295.140
- 20.295.140
- 100.279.053
2.227.016.588
1.693.956.588
1.694.270.063
1.557.384.063
1.557.384.063
1.557.384.063
01/05/2023 1.557.391.238
1.950.045.007
1.367.981.274
1.234.938.274
1.282.774.274
1.282.774.274
1.282.774.274
1.928.122.274
1.808.632.274
1.797.360.053
1.904.540.053
1.744.617.085
1.744.617.085
1.744.617.085
2.234.548.085
2.587.841.255
3.749.461.255
3.749.461.255
3.749.461.255
3.749.461.255
3.749.461.255
4.176.681.658
1.893.898.658
1.377.984.658
2.179.245.204
1.536.895.204
1.536.895.204
1.536.895.204
1.536.895.204
1.272.247.962
936.939.209
01/06/2023 1.147.183.612
859.379.612
859.379.612
859.379.612
798.210.612
1.135.008.612
1.085.501.612
911.589.612
1.176.841.612
1.176.841.612
1.176.841.612
2.171.412.272
3.662.388.361
2.539.871.361
2.354.487.361
2.375.686.532
2.375.686.532
2.375.686.532
2.338.396.532
2.138.527.532
2.083.557.529
666.894.797
2.661.312.483
2.661.312.483
2.661.312.483
2.656.922.483
2.468.541.033
1.825.628.020
1.047.633.562
1.281.174.253
01/07/2023 1.281.181.406
1.281.181.406
1.278.068.354
639.400.354
552.831.354
581.550.354
589.221.354
589.221.354
589.221.354
625.285.524
1.203.738.524
536.578.998
1.590.413.030
1.231.486.816
1.231.486.816
1.231.486.816
1.190.508.749
1.026.673.919
- 223.005.081
- 550.170.908
- 550.170.908
- 550.170.908
- 550.170.908
- 599.922.754
1.888.283.312
1.775.859.312
989.114.312
1.225.747.312
1.225.747.312
1.225.747.312
1.115.790.854
01/08/2023 1.034.801.973
443.176.973
434.554.973
494.923.973
494.923.973
494.923.973
1.021.803.973
891.289.973
838.607.973
248.561.180
289.670.180
289.670.180
289.670.180
1.657.831.180
1.657.831.180
1.608.347.351
2.011.775.351
3.507.141.351
3.507.141.351
3.507.141.351
3.451.705.351
3.256.145.986
2.013.646.986
1.665.962.986
2.215.655.662
2.215.655.662
2.215.655.662
2.160.456.662
1.446.056.238
1.002.321.238
920.637.142
01/09/2023 1.231.640.244
1.231.640.244
1.231.640.244
814.361.244
588.203.244
980.099.639
761.361.983
766.692.036
766.692.036
766.692.036
1.130.841.279
1.692.095.279
3.071.725.584
1.796.189.129
1.766.814.496
1.766.814.496
1.766.814.496
1.689.096.666
1.508.872.666
1.460.151.666
3.146.666
- 170.381.758
- 170.381.758
- 170.381.758
1.168.156.489
925.438.018
241.032.395
- 138.098.140
- 499.017.056
- 499.017.056
01/10/2023 - 499.009.901
- 569.837.692
- 1.250.942.727
- 1.020.595.207
- 1.278.674.100
- 937.944.961
- 937.944.961
- 937.944.961
- 894.768.462
- 1.006.939.873
- 875.139.610
- 988.402.925
- 365.510.011
- 365.510.011
- 365.510.011
- 390.063.836
- 557.381.649
- 593.418.839
- 784.258.422
- 796.352.870
- 796.352.870
- 796.352.870
- 2.039.131.140
- 2.368.794.907
- 149.638.684
- 316.171.567
- 947.915.523
- 947.915.523
- 947.915.523
- 1.173.669.006
- 987.953.251
01/11/2023 - 987.942.546
- 504.587.841
- 1.257.050.505
- 1.257.050.505
- 1.257.050.505
- 658.444.364
- 716.125.373
- 797.583.953
- 754.242.792
- 657.800.792
- 657.800.792
- 657.800.792
47.911.310
920.423.224
1.039.717.480
924.331.152
1.834.956.061
1.834.956.061
1.834.956.061
2.906.794.782
2.712.548.782
1.395.844.871
1.007.442.871
1.914.862.149
1.914.862.149
1.914.862.149
1.888.840.074
984.946.106
283.440.106
146.976.761
01/12/2023 450.803.624
450.803.624
450.803.624
402.097.624
194.419.158
873.464.381
707.884.381
720.742.381
720.742.381
720.742.381
821.219.241
2.080.192.228
4.182.681.228
2.986.127.228
2.977.767.773
2.977.767.773
2.977.767.773
3.009.797.944
902.032.944
658.824.717
439.661.717
2.299.732.900
2.299.732.900
2.299.732.900
2.299.732.900
2.299.732.900
1.961.798.938
1.727.543.938
1.683.225.378
1.683.225.378
1.683.225.378

Uitgaande van een heel positief beginsaldo van +1.557 miljoen euro, was de kaspositie goed voor een gemiddeld dagsaldo van +1.681,1 miljoen euro in het eerste trimester, +1.741,8 miljoen euro in het tweede trimester, +1.070 miljoen in het derde trimester en -417,4 miljoen in het vierde trimester. Het gemiddelde dagsaldo op jaarbasis bedroeg +1.223,7 miljoen euro.

Om zichzelf te financieren, beschikt het Globaal Beheer van de RSZ normaliter over:

  • een kredietlijn van 1,7 miljard euro bij de Schatkist (tijdelijk verlengd in de bijzondere context van 2020),
  • een programma van thesauriebewijzen ter waarde van 615 miljoen euro,
  • de mogelijkheid om gewaarborgde leningen (repo’s) te verkrijgen uit haar twee reservefondsen (tot meerdere miljarden euro’s).

Deze instrumenten kwamen weinig aan bod in 2023, gezien de kasoverschotten.

Tot 20 september was het saldo maar 16 dagen negatief. Daarna volgde een meer gemengde periode met 50 dagen negatieve saldi. Al deze rekening-courantkredieten werden onderhandeld met het Agentschap van de Schuld tegen marktvoorwaarden, dit wil zeggen tegen 3,90% aan het einde van het jaar.

Kredietposities werden belegd, ook bij het Agentschap van de Schuld, tegen voorwaarden die zeer vergelijkbaar zijn met die op de financiële markten, namelijk 3,70% aan het einde van het jaar.

Het kasbeheer in 2023 zal dus 36,1 miljoen euro aan financiële inkomsten hebben gegenereerd.

Thesaurierealisaties

Thesaurierealisaties jaar 2023 - Ontvangsten (in miljoenen euro)
  J F M A M J J A S O N D TOTAAL
Sociale bijdragen RSZ 3.267 7.516 4.441 3.525 6.721 4.683 3.894 6.406 4.051 4.023 7.187 5.861 61.576
Staat - alternatieve financiering 1.395 472 2.515 2.506 961 1.922 2.677 533 1.418 2.253 897 1.900 19.448
Staat - toelagen 839 789 789 789 789 789 579 -49 579 579 579 649 7.700
Staat - tussenkomst vermindering doelgroepen 61 61 61 57 58 45 60 60 60 60 63 63 709
toegewezen ontvangsten 28 59 28 29 41 30 13 24 13 13 15 33 327
externe overdrachten 28 32 43 31 36 36 34 30 28 29 35 29 390
Diverse 0 0 17 0 0 0 0 0 0 0 0 40 57
Totaal 5.618 8.929 7.893 6.936 8.606 7.505 7.257 7.003 6.149 6.958 8.777 8.575 90.206
Thesaurierealisaties jaar 2023 - Ontvangsten (gecumuleerde percentages)
  J F M A M J J A S O N D
Sociale bijdragen 5.3% 17.5% 24.7% 30.4% 41.4% 49.0% 55.3% 65.7% 72.3% 78.8% 90.5% 100.0%
Ontvangsten afkomstig van de staat 8.2% 13.0% 25.1% 37.1% 43.6% 53.5% 65.4% 67.3% 74.7% 85.1% 90.6% 100.0%
Totale ontvangsten 6.2% 16.1% 24.9% 32.6% 42.1% 50.4% 58.5% 66.2% 73.1% 80.8% 90.5% 100.0%
Thesaurierealisaties jaar 2023 - Uitgaven (in miljoenen euro)
  J F M A M J J A S O N D TOTAAL
FDP 2.876 2.958 2.989 2.971 4.776 2.892 2.926 3.022 3.007 3.039 3.072 3.077 37.604
RIZIV - GZ 2.110 2.706 2.839 2.433 2.706 2.433 2.641 2.518 2.767 2.510 3.024 2.085 30.774
RIZIV - uitkeringen 1.064 1.062 1.014 1.053 1.086 954 1.041 1.049 1.049 1.046 843 1.090 12.352
RVA 573 549 529 573 559 541 517 516 535 546 508 510 6.455
Andere (Fedris, Zeelieden, Mijnwerkers) 42 37 45 38 39 44 38 39 45 40 138 55 601
Speciale toewijzingen 427 55 118 312 60 297 260 54 165 263 56 161 2.227
Diverse 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 1 0 1
Totaal 7.093 7.369 7.535 7.379 9.226 7.161 7.423 7.198 7.568 7.447 7.642 6.977 90.018
Thesaurierealisaties jaar 2023 - Uitgaven (gecumuleerde percentages)
  J F M A M J J A S O N D
FPD 7,6% 15,5% 23,5% 31,4% 44,1% 51,8% 59,5% 67,6% 75,6% 83,6% 91,8% 100,0%
RIZIV - GZ 6,9% 15,7% 24,9% 32,8% 41,6% 49,5% 58,1% 66,2% 75,2% 83,4% 93,2% 100,0%
RIZIV - uitkeringen 8,6% 17,2% 25,4% 33,9% 42,7% 50,5% 58,9% 67,4% 75,9% 84,4% 91,2% 100,0%
RVA 8,9% 17,4% 25,6% 34,5% 43,1% 51,5% 59,5% 67,5% 75,8% 84,2% 92,1% 100,0%
Andere (Fedris, Zeelieden, Mijnwerkers) 7,0% 13,2% 20,8% 27,1% 33,6% 41,0% 47,3% 53,9% 61,4% 67,9% 90,8% 100,0%
Speciale toewijzingen 19,2% 21,6% 26,9% 40,9% 43,6% 57,0% 68,6% 71,1% 78,5% 90,3% 92,8% 100,0%
Diverse 0,8% 1,3% 1,3% 1,6% 1,6% 1,6% 7,8% 7,8% 9,4% 73,6% 100,0% 100,0%
Totaal 7,9% 16,1% 24,4% 32,6% 42,9% 50,8% 59,1% 67,1% 75,5% 83,8% 92,2% 100,0%
Thesaurierealisaties jaar 2023 - Ontvangsten min uitgaven (in miljoenen euro)
  J F M A M J J A S O N D
Ontvangsten min uitgaven -1.475 1.559 359 -443 -620 344 -165 -195 -1.420 -489 1.135 1.598
Gecumuleerd -1.475 84 443 0 -620 -276 -441 -636 -2.056 -2.545 -1.410 188

Portefeuillebeheer

In de sociale zekerheid van werknemers bestaan er twee fondsen.

  • Het Reservefonds is aangelegd tussen 1995 en 2001, enerzijds met de reserves van sommige takken en anderzijds met de begrotingsoverschotten van 1999-2000.
  • Het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging is aangelegd tussen 2008 en 2010 dankzij een groei van de uitgaven voor de gezondheidszorg die lager lag dan de wettelijke norm. Een deel van de niet-bestede bedragen werden in het fonds gestort.

Deze fondsen worden beheerd volgens de principes van de Wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële maatregelen, dat het koninklijk besluit van 15 juli 1997 houdende maatregelen tot consolidatie van de financiële activa van de overheid opheft. Ze bestaan dus hoofdzakelijk uit instrumenten van de Belgische overheidsschuld: de OLO’s (Obligation Linéaire-Lineaire Obligatie). De OLO’s betalen elk jaar interesten uit in de vorm van coupons.

Het rendement van de portefeuilles is van twee bijdragen afhankelijk:

  • het ‘inkomsteneffect’, dat afkomstig is van de ontvangen coupons en van waardevermeerderingen of -verminderingen die volgen uit de verkoop van OLO’s;
  • het ‘kapitaaleffect’ of ‘markteffect’. De OLO’s worden op de financiële markten genoteerd en zijn onderworpen aan de wet van vraag en aanbod. Het kapitaaleffect is dus een zeer volatiele bijdrage: zij kan heel positief maar ook negatief uitvallen.

Het Reservefonds

Het Reservefonds van het Globaal Beheer van werknemers is in 1999 aangelegd met de overdracht van de reserves van verschillende openbare instellingen van sociale zekerheid, vooral van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). In 2000 en 2001 is het gespijsd met de thesaurieoverschotten die waren ontstaan door de zeer gunstige economische context. Dit fonds wordt beheerd door vier private financiële instellingen die met het RSZ-Globaal Beheer een contract van discretionair beheer hebben.

Op basis van de Wet van 18 april 2017 (artikel 23 § 2) zijn er beleggingsopbrengsten uit het fonds opgenomen. Deze beleggingsopbrengsten werden toegewezen aan het Globaal Beheer van de werknemers.

De volgende tabel toont de evolutie van het Reservefonds.

Reservefonds RSZ Globaal Beheer
Datum Investeringen (€) Gecumuleerde investeringen (€) Inventariswaarde (€)
18/06/1999 610.937.841    
31/12/1999   610.937.841 594.341.665
31/12/2000 1.412.993.091 2.023.930.932 2.081.106.764
31/12/2001 495.787.050 2.519.717.982 2.725.087.974
31/12/2002     2.999.313.966
31/12/2003     3.124.456.454
31/12/2004     3.349.919.979
31/12/2005     3.515.674.217
31/12/2006     3.513.239.405
31/12/2007     3.561.773.674
31/12/2008     3.899.351.234
31/12/2009     4.095.634.271
31/12/2010     4.176.565.020
31/12/2011     4.360.793.038
31/12/2012     5.060.993.150
31/12/2013 5.039.683.294
31/12/2014 5.703.621.210
31/12/2015 5.729.700.833
31/12/2016 6.000.673.902
31/12/2017 6.000.232.760
31/12/2018 -155.484.743 2.364.233.239 5.830.063.535
31/12/2019 -141.519.708 2.222.713.531 6.139.774.390
31/12/2020 -216.174.869 2.006.538.663 6.244.668.390
31/12/2021 -165.724.687 1.840.813.976 5.788.446.761
31/12/2022 -111.595.356 1.729.218.620 4.499.175.990
31/12/2023 0 1.729.218.620 4.803.160.352

Het rendement van de laatste vijf jaren wordt in de volgende tabel weergegeven:

Reservefonds RSZ Globaal Beheer - Rendement in %
Jaar Rendement (%)
2018 -0,24%
2019 7,84%
2020 5,4%
2021 -4,55%
2022 -20,51%
2023 6,91%

Het jaar 2022 bleek zeer negatief wat betreft de veranderingen in de inventariswaarde, als gevolg van een zeer sterke stijging van de rente over alle deadlines. Het jaar 2023 was daarentegen veel rustiger. De rente bleef stijgen, zij het aan een veel trager tempo, tot eind oktober 2023. Daarna daalde ze sterk tot eind december, tot niveaus die lager waren dan die van eind 2022. Het rendement van de portefeuille bedroeg dan ook een positief cijfer van 6,91% voor het hele jaar.

De inventariswaarde bedroeg €4.803,2 miljoen aan het einde van 2023. In nominale waarde is dat €4.979,0 miljoen. Aangezien het bedrag van de gerealiseerde minderwaarden groter was dan de ontvangen coupons, werd er geen overdracht gedaan naar Globaal Beheer.

Sinds de oprichting bedroeg het gemiddelde jaarlijkse rendement van de portefeuille ongeveer 3,35%.

Het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging

Het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging is opgericht door de programmawet van 27 december 2006. Het is voor 90% eigendom van het RSZ-Globaal Beheer en voor 10% van het RIZIV-Globaal Beheer. Het fonds wordt vooral gespijsd met de bedragen die er binnen de begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging aan worden toegekend. De inbreng bedroeg ongeveer 300 miljoen euro per jaar van 2007 tot 2010. In 2010 werden de schijven van 2009 en 2010 geboekt.

Ook deze portefeuille bestaat exclusief uit staatspapier. Deze portefeuille werd niet toevertrouwd aan privébeheerders. Het fonds wordt indicieel beheerd.

De opbrengsten van dit fonds (intresten en gerealiseerde meerwaarden) werden in 2010 en 2011 naar het RSZ-Globaal Beheer (90%) en het Globaal Beheer van de zelfstandigen (10%) overgedragen. Deze afname is in overeenstemming met artikelen 76 en 77 van de programmawet van 23/12/2009 betreffende de overdrachten voor de jaren 2010 en 2011 van de interesten die het fonds genereert.

De overdracht van de jaarlijkse inkomsten is sinds 2019 hervat, net als het reservefonds.

De marktwaarde van het Fonds voor de toekomst van de gezondheidszorg was 1.407,4 miljoen euro aan het einde van 2023. De nominale waarde bedroeg 1.450,9 miljoen euro.

Aan het Globaal Beheer van de Werknemers werd een bedrag van 17,19 miljoen euro uit beleggingsinkomsten toegewezen en aan het Globaal Beheer van de Zelfstandigen 1,91 miljoen euro. De portefeuille was onderworpen aan een federale belasting op effecten van 2,00 miljoen euro.

Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging (totaal)
  Investeringen (€) Gecumuleerde investeringen (€) Inventariswaarde (€)
01/01/2008 309.000.000    
31/12/2008 278.297.000 587.297.000 600.608.336
31/12/2009 27.981.900 615.278.900 672.438.819
31/12/2010 599.552.001 1.214.830.901 1.290.368.781
31/12/2011 -24.979.616 1.189.851.285 1.321.572.677
31/12/2012 -33.678.237 1.156.173.049 1.464.160.587
31/12/2013 8.444.301 1.164.617.349 1.465.225.369
31/12/2014 3.523.723 1.168.141.072 1.627.889.315
31/12/2015 2.329.364 1.170.470.436 1.632.834.048
31/12/2016 1.091.179 1.171.561.615 1.707.515.918
31/12/2017 1.061.578 1.172.623.193 1.705.996.571
31/12/2018 0 1.172.623.193 1.703.582.420
31/12/2019 -41.912.153 1.130.711.040 1.778.083.601
31/12/2020 -40.561.994 1.090.149.046 1.827.284.376
31/12/2021 -45.950.489 1.044.198.557 1.698.492.712
31/12/2022 -28.614.421 1.015.584.136 1.337.797.584
31/12/2023 -19.099.995 996.484.141 1.407.418.251

Het jaarlijks rendement van de laatste vijf jaar wordt in de volgende tabel weergegeven

Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging - Rendement in %
Jaar Rendement (%)
2018 -0,14%
2019 6,92%
2020 5,15%
2021 -4,42%
2022 -19,67%
2023 6,86%

Portefeuillebeheer Overzeese Sociale Zekerheid

De Overzeese Sociale Zekerheid (OSZ) beschikt over één portefeuille die wordt beheerd door twee private financiële instellingen. Zij hebben met de RSZ een contract van discretionair beheer.

De portefeuille werd aangelegd in december 2002 door de toenmalige Dienst Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) met de opbrengst van de verkoop van het 4-Bras gebouw. Na de fusie van de Overzeese Sociale Zekerheid met de RSZ, werd de portefeuille op 1 januari 2017 in de RSZ geïntegreerd.

De fondsen worden beheerd volgens de principes van de Wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële maatregelen. Ze bestaan dus hoofdzakelijk uit instrumenten van de Belgische overheidsschuld: de OLO’s (Obligations Linéaires-Lineaire Obligaties).

Het rendement van de portefeuilles is afhankelijk van:

  • het ‘inkomsteneffect’, dat afkomstig is van de ontvangen coupons en van waardevermeerderingen of -verminderingen die volgen uit de verkoop van OLO’s;
  • het ‘kapitaaleffect’ of ‘markteffect’. De OLO’s worden op de financiële markten genoteerd en zijn onderworpen aan de wet van vraag en aanbod. Het “kapitaaleffect” is een volatiele bijdrage die het rendement zowel positief als negatief kan beïnvloeden.

Uit de portefeuille is nooit geld opgenomen; er is ook nooit geld bijgestort. De OLO’s betalen wel elk jaar intresten uit in de vorm van coupons. Deze intresten blijven in de portefeuille en worden door de beheerders opnieuw geïnvesteerd.

De volgende tabel toont de evolutie van de portefeuille van de OSZ. Op 31 december 2023 bedroeg het aandeel van de twee beheerders in deze portefeuille respectievelijk 21.413.457,40 euro (A) en 17.833.539,05 euro (B).

OSZ – Evolutie portefeuille (A+B)
Datum Inventariswaarde (€)
31/12/2002 22.077.293
31/12/2003 22.981.296
31/12/2004 24.623.661
31/12/2005 25.760.291
31/12/2006 25.681.100
31/12/2007 26.075.471
31/12/2008 28.519.463
31/12/2009 29.791.750
31/12/2010 30.418.010
31/12/2011 31.771.384
31/12/2012 36.769.432
31/12/2013 36.560.596
31/12/2014 41.186.204
31/12/2015 41.286.535
31/12/2016 43.224.497
31/12/2017 43.164.226
31/12/2018 43.085.978
31/12/2019 46.228.137
31/12/2020 48.629.033
31/12/2021 46.298.414
31/12/2022 37.426.413
31/12/2023 39.246.996

Het rendement van de 5 jaar voor beide beheerders wordt weergegeven in de volgende tabel:

OSZ – Rendement % laatste jaren
Jaar A B
2018 -0,14% -0,22%
2019 6,74% 7,94%
2020 5,02% 5,41%
2021 -4,61% -4,69%
2022 -20.73% -20.58%
2023 7,01% 6,58%

Het jaar 2022 bleek zeer negatief wat betreft de veranderingen in de inventariswaarde, als gevolg van een zeer sterke stijging van de rente over alle deadlines. Het jaar 2023 was daarentegen veel rustiger. De rente bleef stijgen, zij het aan een veel trager tempo, tot eind oktober 2023. Daarna daalde ze sterk tot eind december, tot niveaus die lager waren dan die van eind 2022. Het rendement van de portefeuille bedroeg dan ook een positief cijfer van 6,81% voor het hele jaar.

De inventariswaarde bedroeg 39.246.996,45 miljoen euro aan het einde van 2023.

Over de afgelopen drie jaar bedroeg het gemiddelde jaarlijkse rendement van de portefeuille -6,86%.